Waar is onze jeugd mee bezig: Jitze Verloop

‘Wat doe jij nou eigenlijk precies als modestudent in Amsterdam? Een vraag die mij vaak gesteld wordt wanneer ik een weekendje bij mijn ouders doorbreng in Gorredijk. Door middel van dit verhaal, zal ik deze vraag proberen te beantwoorden en een kijkje geven in mijn dagelijkse leven.

Ik ben Jitze Verloop, 22 jaar oud, en zit momenteel in mijn vierde jaar van de studie ‘International Fashion Management’ aan het Amsterdam Fashion Institute. Hoewel deze keuze als zoon van een bakker niet de meest vanzelfsprekende is, heb ik geleerd dat er niets belangrijker is dan je hart te volgen. Het avontuur begon nadat ik mijn VWO-diploma behaald had, waarna ik koos voor een Economische opleiding in Groningen. Na nog geen half jaar gestudeerd te hebben, kwam ik er achter dat er voor mijn creativiteit geen ruimte was. Zonder er lang over nagedacht te hebben, schreef ik mij in voor mijn huidige opleiding, en werd ik hetzelfde jaar nog toegelaten.

Eenmaal naar Amsterdam te zijn verhuisd, heb ik vooral mijn eerste jaar als wel-bewogen ervaren. Van thuis bij mijn ouders op het platteland tot op mezelf wonen in de randstad. Mensen leren kennen uit verschillende culturen en een specifieke studie volgen waarin je creativiteit op de proef wordt gesteld. Naarmate de maanden en jaren verstreken wende het gelukkig steeds meer. Uiteindelijk zit ik nu al in het vierde en laatste jaar van mijn opleiding, voelt Amsterdam als mijn stad en heb ik een fijne groep mensen om mij heen opgebouwd.

Nu jullie weten hoe ik in Amsterdam terecht ben gekomen, zal ik wat meer vertellen over mijn opleiding ‘International Fashion Management’. Ten eerste, ‘International’ houdt in dat al mijn lessen en opdrachten in het Engels zijn en ik met mensen uit verschillende landen, binnen en buiten Europa, in de klas zit. Ten tweede, ‘Fashion Management’ houdt in dat ik voornamelijk bezig ben met onderwerpen als concept-ontwikkeling, strategische ondernemersplannen, productie, inkoop, marketing, logistiek, mondiale trends en stoffenkennis.

Wanneer je het tot het derde jaar geschopt hebt, richt je je eigen studie in door middel van verschillende minors. Een minor is een halfjarig samenhangend vakkenpakket dat je in principe volgt ter verbreding van je kennis. Mijn eerste keuze viel op ‘Make & Buy’, wat gaat over het ontwikkelen en inkopen van mode voor retailers. Mijn tweede keuze viel op Marketing Innovation, waarin je bezig bent met consumentengroepen, hun relatie met merken en retail, en het ontwikkelen van innovatieve marketing.

Naast de minors is het verplicht om een halfjarige stage te lopen in het buitenland. Voor mij betekende dit dat ik afgelopen februari tot en met juni in Stockholm heb gewoond, om daar een stage te lopen bij Zweeds modemerk ‘Hope’. ‘Hope’ is een merk dat veel waarde hecht aan kwalitatief hoogwaardige materialen, met design dat voornamelijk geïnspireerd is op een combinatie tussen traditioneel kleermakerswerk. ’Hope’ werkt met simpele, innovatieve pasvormen, waarin functie en belangrijke rol speelt. In het bedrijf ben ik zowel onderdeel van het inkoopteam als het productieteam geweest.

‘Hope’ opereert op een erg ruimdenkende manier, wat te zien is in hun ‘dubbele-maten systeem’. Hoewel er een aparte collectie voor vrouwen en mannen wordt ontworpen, staat er in elk kledingstuk zowel een mannen- als vrouwenmaat aangegeven. Er is namelijk geen reden waarom iemand zich gelimiteerd zou moeten voelen door de oude conventies van vrouwen- en mannenkleding. Met het dubbele-maten systeem probeert ‘Hope’ het hokjes-denken van de samenleving te verminderen, waar ik persoonlijk volledig achtersta.

Mijn halve jaar in Zweden heeft mij meer gebracht dan ik in eerste instantie gedacht had. Ten eerste heb ik onwijs veel geleerd bij mijn stage-bedrijf. Het heeft mijn verwachtingen van het werken in de mode-industrie waargemaakt en me veel zelfvertrouwen gegeven. Ten tweede heb ik veel verschillende, inspirerende mensen leren kennen, zowel binnen het bedrijf als daarbuiten. Uiteindelijk mag ik wel zeggen dat ik een klein beetje verliefd ben geworden op de stad Stockholm en zijn inwoners. Ik kijk met veel geluk terug naar deze periode en zou het iedereen aanbevelen om een half jaar naar het buitenland te gaan.

Om bij het onderwerp ‘mode-industrie’ te blijven, merk ik dat dit in het algemeen een moeilijk onderwerp is, omdat het als een ‘ver-van-mijn-bed-show’ beschouwd wordt. Dit is de reden dat ik de lezer graag zou willen aanraden om bewuster over mode of kleding na te gaan denken. Iedereen draagt kleding; is het niet tegen de kou of nattigheid, dan wel om iets specifieks uit te stralen. Hoewel het de hele dag tegen je huid zit, weten veel mensen vaak niet waar kleding vandaan komt, hoe het gemaakt is en door wie.

Simpel gezegd zou je de mode-industrie kunnen onderverdelen in snelle- en langzame mode (fast- and slow fashion). In de snelle mode-industrie draait alles om lage prijzen en snelle productie, wat hand in hand gaat met verspilling en oneerlijke handel. In de langzame mode-industrie gaat het om tijdloosheid, duurzaamheid en eerlijke handel. Met veel milieuvervuiling, ongelijkheid, intimidatie en misbruik staat na de olie-industrie, de mode-industrie op de tweede plek van meest vervuilende industrieën ter wereld.

Jaarlijks worden er 150 miljard nieuwe kledingstukken geproduceerd, maar tegenwoordig houden de consumenten de gekochte kleding niet lang; ze dragen het en heel snel en daarna wordt het weer weggegooid. Eén van de redenen die mij motivatie geeft om in de mode-industrie aan het werk te gaan, is dat er nog zoveel valt te verbeteren aan zowel de industrie zelf als de mind-set die de mensheid heeft als het gaat om het consumeren van de producten die deze industrie produceert.

Van het serieuze onderwerp mode-industrie, ga ik nog even terug naar mijn persoonlijke leven en hobby’s. In mijn woonplaats Amsterdam, waar op elk moment van de dag van alles is te doen, vermaak ik me uitstekend. Naast mijn opleiding werk ik in de Amsterdamse vestiging van mijn stagebedrijf ‘Hope’. Dingen waaraan ik plezier beleef zijn uit eten gaan, het bezoeken van musea en concerten en het kijken van zowel films als documentaires. Zo nu en dan een avondje dansen kan mij ook erg gelukkig maken.

Door middel van dit verhaal heb ik jullie, de lezers, een kijkje gegeven in mijn wereld en hopelijk laten zien dat dit zowel een hele interessante als leuke wereld is. Om af te sluiten wil ik de ‘nieuwe’ jeugd graag aanraden om hun passie te volgen en dingen te gaan doen die in eerste instantie misschien als raar of anders worden ervaren. Mijn keuze om in Amsterdam te gaan wonen, mode te gaan studeren en een stage in het buitenland te lopen heeft mij namelijk gevormd tot de mens dat ik nu ben; iemand die op een open manier naar dingen kijkt, zonder gelijk te oordelen en het anderen gunt om zijn of haar passie te ontwikkelen.

Ik vond het leuk om jullie te vertellen wat ik zoal doe en wat mij bezighoud in mijn dagelijkse leven. Bedankt!

Jitze Verloop