Zesdelige serie Geloofsopvoeding

In zes weken hebben we in de nieuwsbrief elke keer bij een ander thema stil gestaan rondom de opvoeding van kinderen in het geloof. Hier vind je alle zes afleveringen op een rij.

Deel 1: Peuters
Geloofsopvoeding is verweven in het dagelijks bezig zijn. Tijdens een autoritje, in gesprekken aan tafel, tijdens het spelen in de zandbak, in de verwondering van een bloem, in een lach van geluk en een traan bij het ruzie maken. Geloofsopvoeding beperkt zich niet alleen tot ouders, maar ook grootouders, vrienden en familie en gemeenteleden spelen hierin een rol. Vaste rituelen zijn voor een peuter een houvast en een manier om later op terug te vallen. Hierbij kun je denken aan Bijbelverhalen voorlezen en christelijke feesten samen vieren.
Je vindt op deze website nog 6 concrete tips voor geloofsopvoeding met peuters.

Deel 2: Pubers
Herken je dit gevoel? Alsof de puber in een totaal andere wereld leeft dan jij. Het lijkt alsof jullie elkaar niet meer begrijpen. En als het gaat om geloof en de kerk: Puberlief brengt opeens in dat God onmogelijk kan bestaan en weigert mee te gaan naar de kerk.
Pubers kunnen abstract denken, thema’s vanuit verschillende perspectieven bekijken en kunnen complexe thema’s aan. Daardoor gaan pubers allerlei waarden en overtuigingen die ze als kind meegekregen hebben, kritisch wegen door de discussie aan te gaan. Richting opvoeders, zoals ouders en clubleiding, lijkt dit op ‘ertegenaan schoppen’. Maar op deze manier bevragen ze de ander en wegen af of deze waarden en overtuigingen van de ander ook waardevol voor henzelf is. Zo ontwikkelen ze hun eigen identiteit. Op de website van Youth For Christ staat een gratis ebook voor ouders met de titel ‘(P)ubergeschikt’, over hoe jij als ouder van invloed bent op je puber.

Deel 3: Schoolkinderen
Kinderen in de basisschoolleeftijd vinden het leuk om nieuwe dingen over God te leren of om meer te weten over de tijd waarin de Bijbel zich afspeelt. Vaak worden ze zich er in deze leeftijdsfase van bewust dat het er bij vriendjes en vriendinnetjes thuis anders aan toegaat dan bij hen. En ontdekken ze dat andere kinderen niet in God geloven of een ander geloof hebben.
En schoolkinderen beginnen metaforen steeds beter te begrijpen. Denk samen eens na over metaforen die in de Bijbel voorkomen, zoals ‘water’, ‘lam’ en ‘hart’. Wat wordt ermee bedoeld? Wees je ervan bewust dat zeker jongere kinderen uit zichzelf een metafoor nog letterlijk nemen. Dat geldt ook voor bijbelteksten: een dal vol doodsbeenderen of God als een verterend vuur zijn dan angstaanjagend! Leg metaforen goed uit.
De Samenleesbijbel Junior en de Samenleesbijbel sluiten aan bij bovenstaande ontwikkelingen.

Deel 4: Aandachtige Waarnemer
Als opvoeder (in het gezin, kerk of school) ben je een belangrijke spil in de geloofsopvoeding. Het boek ‘Nooit meer een kleurplaat’ beschrijft dat je 3 rollen voor jezelf kunt ontdekken. Deze 3 rollen gaan samen op en houden elkaar in evenwicht.
Als Aandachtige Waarnemer kijk en luister je met aandacht naar kinderen en neem je het kind echt waar. Je komt eerdere ervaringen met een Bijbelverhaal of onderwerp op het spoor. Je ontdekt hun voorkennis en overtuigingen. Je leert zo hun eigen aanknopingspunten kennen; je ziet waar ze enthousiast van worden. Ben je komende week in de gelegenheid; kijk en luister dan eens goed naar een kind. Wat zie je? Wat vindt het kind leuk? Wat houdt het kind bezig? Wat doet het kind graag?

Deel 5: Betrokken reisgenoot
Naast de aandachtige waarnemer vervul je ook de rol van betrokken reisgenoot. Het lezen van de Bijbel en het geloof ontdekken is een soort reis. Je loopt samen met het kind/de kinderen op, om zo samen verder te komen. Je bent dus zelf ook reisgenoot en tegelijkertijd de begeleider. Je geeft ruimte aan samen denken en uitwisselen van ideeën, vragen en opvattingen rond de Bijbel en geloof. Je gaat samen op zoek naar antwoorden. Als kinderen voelen dat wat zij zeggen en wat jij zegt, van evenveel waarde is, zal het hen stimuleren om volop mee te doen en te denken.
Heb je weleens iets ontvangen van een kind toen jullie samen met de Bijbel en geloof bezig waren? Wat was dat?

Deel 6: Inhoudelijke gids
De derde en laatste rol, je bent een inhoudelijke gids. Je reikt kinderen nieuwe inhoud aan, en je maakt zo betekeningsvolle ontdekkingen mogelijk. Nieuwe kennis is voor hen een opstapje om verder te denken. Het is de kunst om nieuwe informatie aan te reiken op de momenten die daarom vragen. Als aandachtige waarnemer en betrokken reisgenoot voel je aan wanneer je de inhoudelijke gids wordt. Dit aanreiken van nieuwe kennis kan in de vorm van korte weetjes. Bijvoorbeeld de betekenis van een Bijbelse naam, of informatie over de tijd van de Bijbel.
Je kunt natuurlijk niet alles weten. Je kunt het ook samen met de kinderen opzoeken, of je zegt dat je er later op terug komt. Kinderbijbels met weetjes en themapagina’s zijn een bron van weetjes en nieuwe kennis.

Wil je de geloofsontwikkeling van alle leeftijdsfasen uitgebreider nalezen? Je vindt op de website van de PKN een overzicht.