Deze zomer ben ik hem kwijtgeraakt : mijn melktandje.
Meer dan 60 jaar waren we onafscheidelijk. Waar ik ging, ging hij. En andersom. Meer dan 60 jaar deelden we lief (toetjes, chocola, gebak) en leed (zure en bittere dingen). Stevig ingeklemd tussen twee grote broers hield hij al die jaren dapper stand. Tot verbazing van tandartsen.
Maar nu is hij niet meer. Begin juni kauwde ik op iets hards. Hij kwam wat los te zitten. Hij wiebelde in mijn mond als een aangeslagen bokser die door de ring waggelt. Maar ik had alle vertrouwen in zijn veerkracht. Want was dit niet al vaker gebeurd ? Zat hij toen ook niet een beetje los en het is toen toch ook weer goed gekomen ? Maar dit keer bleef hij wiebelig. Hij kwam niet meer vast te zitten. En als dat jongetje van 6 jaar zat ik er aan te voelen met mijn tong en het heen en weer te bewegen. Wat zei Jezus ook al weer ? : “wordt als een kind”. Nou, dat lukte me aardig! Marga bood nog aan om met haar nagels hem er uit te trekken.
Ik bedankte hartelijk.
We gingen op vakantie. Ik probeerde zo min mogelijk hard te bijten en zeker niet met behulp van de grote broers in zijn buurt. Maar helaas. Ik kauwde, beet op iets. Iets hards. Ik voelde, toen wist ik het. Mijn melktandje….er uit.
Ik heb hem wel bewaard, kon het niet over hem hart krijgen om hem weg te gooien.
Maar hij laat wel een leegte achter….