Geschiedenis en betekenis van bid en dankdag

Het vieren van bid- en dankdag heeft zijn oorsprong in de middeleeuwse bededagen.
Dit waren dagen van bezinning, gebed, vasten en boetedoening, aan het begin van elk van de vier seizoenen (quatertemperdagen) en in tijden van nood en gevaar (kruisdagen).
Tijdens de kruisdagen was het gebruikelijk om te bidden om Gods zegen voor de vruchten van de aarde in een processie, waarbij de priester met een kruis door de velden trok.
Toen vanaf de zestiende eeuw de Reformatie vorderde, heeft een deel van de reformatorische kerken in Nederland de traditie van de bededagen overgenomen.
Tijdens de Synode van Dordrecht (1618-1619) werd besloten dat in tijden van oorlog, honger en andere rampen zoals watersnood massaal gebeden en gedankt zou worden.
Later werden dat vaste dagen.
Naarmate de samenleving in de negentiende eeuw steeds meer industrialiseerde, veranderde ook de liturgische praktijk van de dankdag voor gewas naar een dankdag voor gewas én arbeid.
Daarnaast werd tegenover dankdag in het najaar ook een vaste dag om te bidden in het voorjaar ingesteld.
2e woensdag in maart, en 1e woensdag in november
In vissersdorpen als Katwijk, Urk, Arnemuiden is het biddag voor gewas, arbeid en visserij
Biddag is een dag waarop traditioneel in het voorjaar speciaal gebeden wordt om Gods zegen voor de oogst en het werk, maar in bredere zin ook voor het welzijn in de familie en gemeente, de samenleving en de wereld.
Het vieren van biddag is God vragen om Zijn zegen voor jouw leven en werk, en dat van anderen. Je belijdt op deze dag dat Hij de bron van al het goede in de wereld is, en dat wij mensen afhankelijk zijn van Zijn genade. Het is zodoende ook een moment van bewustwording. Je getuigt op bid- (en dankdag) van Zijn genade, door stil te staan bij de goede dingen die Hij je heeft gegeven in je persoonlijke leven en aan deze wereld, waarvoor wij mensen dankbaar mogen zijn. In je gebed vraag je God om ook in het komende jaar weer Zijn genade te schenken. Maar je herkent daarnaast ook dat bijvoorbeeld de welvaart en veiligheid van de samenleving waarin je leeft niet vanzelfsprekend zijn, en lang niet op alle plaatsen in de wereld aanwezig zijn.
Velen in deze wereld leven in armoede en onzekerheid en ervaren onrecht, en je vraagt God in je gebed op biddag daarom ook om gerechtigheid voor allen in deze wereld en voorspoed voor de minderbedeelden.